365 Sollicitatievragen

365 SOLLICITATIEVRAGEN

Solliciteren is geen vak wat je op school leert. En toch heb je de kennis van solliciteren heel hard nodig om een passende baan te vinden. Gelukkig is solliciteren te leren en dus kan je  heel veel voorbereiden om goed beslagen ten ijs te komen. Solliciteren moet je (helaas) alleen doen en soms kan je daar hulp voor gebruiken én slim ook om dat in te zetten.

Mogelijk heb je heel wat brieven geschreven en/of telefoontjes gepleegd en dan ineens is het zover. Je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek.

In een zeer kort tijdsbestek – meestal binnen een uur – moet jij in een sollicitatiegesprek alles uit de kast halen om een goede eerste indruk achter te laten en jezelf dusdanig te ‘verkopen’ zodat je wordt uitgenodigd voor een 2e en misschien wel 3e gesprek. Dit alles met het doel om die begeerde baan te bemachtigen.

Veel mensen zien op tegen zo’n sollicitatiegesprek. Het voelt als spanning alsof je weer examen moet doen, of dat ‘verkopen’ van jezelf, dat zien ze niet zitten, want je moet jezelf in de ‘spotlights’ zetten. Jezelf verkopen is moeilijker dan een ander of een product verkopen, althans voor de meesten.

Veel onzekerheid bij solliciteren kun je wegnemen door jezelf goed voor te bereiden. Heel veel sollicitatievragen kun je verwachten. Dus kun je ook van te voren al de antwoorden bedenken en/of noteren en hardop oefenen.

Vandaar deze 365 sollicitatievragen die als naslag is bedoeld voor sollicitanten die goed voor de dag willen komen. Het zijn vragen die op sollicitatiegesprek gesteld zouden kunnen worden. De vragen zijn onderverdeeld in 10 onderdelen, zoals o.a. waar je vandaan komt, je opleidingen, werkervaring(en), vaardigheden, motivatie, houding, privé e.d.

Bij elke onderdeel staat een uitleg waarom deze vragen gesteld kunnen worden en geef ik een advies voor de beantwoording.

Misschien vind je sommige vragen belachelijk. Realiseer je dat een werkgever altijd een reden heeft om een vraag te stellen. Zet de bril van de werkgever op en achterhaal zijn of haar motief waarom deze vraag gesteld wordt. Als je dit namelijk denkt te weten, dan kan je daar een passend antwoord op geven.

Heel bewust stel ik alleen de vraag en geef ik geen pasklare of mogelijke antwoorden op de vragen. Ieder mens is anders en verschillend. Zo heeft een ieder andere persoonlijkheden, vaardigheden, ambities e.d. Dus om die reden is er ook geen pasklaar antwoord te geven. Aan de hand van je eigen situatie, kun je zelf het juiste en effectiefste antwoord geven.

 

  1. KOMAF

Waarom dit soort vragen? 

De sollicitatievragen in dit onderdeel hebben te maken me je jeugd ofwel de afkomst waar je vandaan komt.
Vaak wil de werkgever zich een beeld vormen van de sfeer waarin je bent opgegroeid, over de waarden en normen thuis en hoe dit heeft bijgedragen tot je ontwikkeling.

Advies voor beantwoording

Vertel vooral positieve ervaringen en met name die ervaringen die van pas komen voor de uitoefening van de functie.
Wees niet te uitvoerig en vermijd negatieve jeugdherinneringen.

KOMAF vragen die gesteld kunnen worden

  1. Wie had in je jeugd de grootste invloed op je?
  2. Noem één van de prettigste herinneringen uit je jeugd? En een onprettige?
  3. Kom je uit een groot of klein gezin? Wat vond je daarvan?
  4. Wat voor leerling was je op school?
  5. Ben je op school ooit blijven zitten? Zo ja, in welke (klas/groep) en wat was daar de reden van?
  6. Vind je dat je een strenge opvoeding hebt gehad? Of niet? Waarom?
  7. Naar wie luisterde je vroeger goed? Waarom?
  8. Met wie lag je het meest overhoop in je jeugd? Hoe kwam dat?
  9. Hoe zou je de stad of streek waarin je bent opgegroeid willen kenschetsen?
  10. Indien je broers of zussen hebt, wat is er van hen geworden?
  11. Welke dingen vond men bij je thuis belangrijk?
  12. Wat hadden je ouders je vroeger aangeraden om later te worden?
  13. Wat vonden je leraren vroeger wat je later moest worden?
  14. Waar vonden je vrienden je vooral goed in en waarin uitgesproken slecht?
  15. Noem eens een of meer van je opvallende jeugd hobby’s?
  16. Waren er dingen in je jeugd waarin je ver vooruit liep op je leeftijdgenoten?
  17. Welke boeken verslond je vroeger?
  18. Aan welke dingen had je in je jeugd de meeste hekel?
  19. Welke dingen deed je in je jeugd het liefst?
  20. Is er iemand in je familie die altijd je grote voorbeeld is geweest, aan wie je je altijd  spiegelde?
  21. Wat deden ze vroeger bij je thuis in de vrije tijd? Deden ze dat in gezinsverband, in kleine clubjes of ieder voor zich?
  22. Heb je vrienden overgehouden uit je jeugdjaren? Zo ja, zie je deze nog vaak?
  23. Heb je vijanden overgehouden uit je jeugdjaren? Zo ja, wat doe je als je ze ziet?
  24. Met wie van je familie ga je nu nog het beste om en met wie heb je het minste contact? Waarom?
  25. Zijn er familieleden die van je zorg afhankelijk zijn?

 

  1. OPLEIDING

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over de studie, opleidingen en cursussen die je gedaan hebt.
Soms is het hebben van een diploma van doorslaggevende betekenis bij een sollicitatie. Echter vaak wordt ook gekeken naar competenties en kwaliteiten.
Een werkgever wil vaak graag weten welke motieven achter een studiekeuze zitten of wat voor student je bent geweest of waar je interesses liggen.

Advies voor beantwoording

Wees duidelijk in het antwoorden. Ben ook zo eerlijk mogelijk en ga niet zeggen dat je echt alle vakken leuk vond. Vaak heeft een werkgever (of gesprekspartner) een andere opleiding gedaan, dus ben alert op vakjargon en ga elkaar niet overtroeven met vakkennis.

OPLEIDING vragen die gesteld kunnen worden

  1. Waarom heb je in die tijd gekozen voor die opleiding/studie?
  2. Wat dacht je met de gekozen studie/opleiding te bereiken?
  3. Wat had je vroeger als kind willen worden?
  4. Hoe was je studententijd?
  5. Hoe lang heb je over je studie gedaan? Was dat lang of kort? Waarom?
  6. Hoe ging studeren je af?
  7. Wat waren je favoriete vakken in je studie/opleiding?
  8. Waarom heb je gekozen voor die specifieke stage?
  9. Waarom heb gekozen voor die stad om te gaan studeren?
  10. Wist je meteen al wat je ging studeren of heb je afwegingen gemaakt? Wat gaf de doorslag?
  11. Ben je van studierichting verandert? Zo ja, waarom?
  12. Voor welke vakken in je studie interesseerde je je minder? Waarom?
  13. Waarom koos je juist voor dat scriptieonderwerp?
  14. Was je actief in het studentenleven? Vertel daar eens wat van?
  15. Heb je bestuurs- of commissie functies in het studentenleven vervuld? Zo ja, waar in, wanneer en waarom? Zo nee, waarom niet?
  16. Hoe kijk je nu terug op je studententijd?  Had je – als je er nu op terugkijkt – een en ander anders gedaan? En wat heb je – achteraf bezien – van het studentenleven geleerd?
  17. Woonde je op kamers of thuis? Waarom?
  18. Van wie heb je vooral veel geleerd in de studententijd?
  19. Speelde bij je studiekeuze destijds ook je inschatting van je kansen op de arbeidsmarkt mee?
  20. Wat deed jij in je vakanties in je studententijd? Waarom?
  21. Heb je tijdens je studententijd ook bijbaantjes gehad? Zo ja, welke en waarom juist dat soort baantjes? Zo nee, waarom niet?
  22. Door wie heb je je bij je studiekeuze vooral laten adviseren?
  23. Hebben bepaalde mensen in je familie ook dezelfde studie gedaan?
  24. Stel dat het voor jou destijds onmogelijk was geweest met deze studie te beginnen, wat was je dan gaan studeren?
  25. Vind je dat de door jou gevolgde studie essentieel is voor het goed vervullen van deze functie?
  26. Welke docenten hebben een grote invloed op je gehad?
  27. Welke vakken in je studiepakket beschouwde je eigenlijk als nutteloze ballast? Waarom?
  28. Wat wou je later worden toen je net begon met studeren? Hoe dacht je daarover in je laatste studiejaar? Hetzelfde? Of niet? Waarom (niet)?
  29. Als je de allerhoogste baas van je universiteit of hogeschool zou zijn en je had alles te zeggen, wat zou je daar onmiddellijk veranderen? Waarom?
  30. Onderhoud je nog steeds contacten met je vroegere docenten en collega-studenten? Zo ja, met welke in het bijzonder? Zo nee, waarom niet?
  31. Eigenlijk vinden wij dat de opleidingen die je hebt voltooid niet zo goed aansluiten op de vacante functie. Denk je dat zelf ook?
  32. Eigenlijk hadden wij liever iemand voor ons gezien met een opleiding die meer zou aansluiten op de vacante functie. Wat vind je zelf daar van?
  33. Welke opleiding of cursus – vind jij – had je eigenlijk ook moeten doorlopen?
  34. Houd je je vak bij? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
  35. Waar moet men jou vooral niet voor gaan opleiden? Waarom?
  36. In hoeverre zie je een succesvolle opleiding als een garantie voor een baan?
  37. Welke in het verleden doorlopen vakken of cursussen denk je in deze functie helemaal niet nodig te hebben? Waarom niet?
  38. Heb je zelf wel eens mensen ergens voor opgeleid? Zo ja, wanneer en waarvoor?
  39. Beschouw je jezelf thans volleerd? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
  40. Stel dat je bij ons wordt aangenomen en het eerste dat wij je bieden is een speciale opleiding die je zelf mag kiezen. Welke opleiding wordt dat?

    3.  AMBITIE en MOTIVATIE

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over je enthousiasme en je echte interesse voor de functie waarop je solliciteert. Loop je er echt voor warm?
Een werkgever wil vaak graag weten of je deze functie echt wilt en of ze in jou moeten gaan investeren of ligt je ambitie ergens anders.

Advies voor beantwoording

 Toon je enthousiasme. Ook al krijg je met omwegen steeds vragen over je motivatie voor deze functie. Zeg niet alleen: “Als ik niet enthousiast was voor deze functie, had ik toch niet gesolliciteerd?”.
Blijf goed onderbouwd met voorbeelden aangeven dat je echt voor deze functie gaat en dat je de investering waard bent.

AMBITIE en MOTIVATIE vragen die gesteld kunnen worden

  1. Hoe kwam je aan je eerste baan?
  2. Wat vond je van je eerste baan? Wat was leuk?
  3. Je bent nogal vaak van baan veranderd. Hoe komt dat?
  4. Je bent altijd bij hetzelfde bedrijf blijven werken? Hoe komt dat?
  5. Heb je in het verleden vaak rondgekeken naar een andere baan? Waarom (niet)?
  6. Welke facetten van het werk bevallen je niet in je huidige baan?
  7. Wat is de reden dat je een andere baan zoekt?
  8. Omschrijf eens je ‘ideale’ baan?
  9. In welke van de vorige banen heb je de meeste voldoening gevonden? Waarom?
  10. Als je je loopbaan opnieuw zou moeten doen, wat zou je dan doen?
  11. Waarom ben je geïnteresseerd in deze vacature? En waarom juist bij onze organisatie?
  12. Werk je liever in een grote of kleine organisatie? Waarom?
  13. Wat denk je in de functie waar je voor solliciteert te bereiken?
  14. Wat denk je binnen 3 jaar te kunnen bereiken? Binnen 5 jaar? Binnen 10 jaar?
  15. Welk niveau zou je graag bereikt hebben vlak voor je pensionering?
  16. Hoe stel je je pensionering voor?  Op 67-jarige leeftijd of denk je eerder aan een vervroegde pensionering? 
  17. Wat vind je het belangrijkst in het leven?
  18. Wat is je levensdoel?
  19. Wat zou je voor ons kunnen doen, dat iemand anders niet zou kunnen doen?
  20. Aan welke dingen in je loopbaan ben je tot dusver nog niet toegekomen? Welke ambities zou je nog vervuld willen zien?
  21. Heb je in het verleden wel eens gedacht om je carrière rigoureus om te gooien? Zo ja, waar dacht je dan aan? Waarom?
  22. Heb je wel eens overwogen zelf een bedrijf te beginnen? Zo ja, wanneer? En waarom? Waarom ging dat toen niet door?
  23. Waar zoek je in je komende baan naar?
  24. Waarom heb je tot dusver nog geen (nieuwe) baan gevonden?
  25. Had je wel eens eerder gedacht je baan te verlaten? Zo ja, wat weerhield je daarvan?
  26. Welke problemen heb je in je huidige baan ontdekt, die je daarvoor niet zag? 
  27. Staat je partner achter je sollicitatie? 
  28. Als je zelf helemaal de keuze had, wat voor baan zou je dan het liefste hebben?
  29. Stel dat je zeer welgesteld zou zijn en geen salaris nodig zou hebben, welke bezigheden zou je dan verrichten? 
  30. Welk soort werk ligt je het best en welke het slechtst?
  31. Noem eens een soort baan die je helemaal niet ambieert, een baan die je zelfs zou verafschuwen? Waarom?
  32. Hoe zorg je ervoor dat je je werk met plezier blijft doen?
  33. Ben je wel eens bang dat je plotseling op je werk raakt uitgekeken? Zo ja, wat zou je dan doen?
  34. Wat moet er bij je gebeuren, wil bij jou plotseling de lol in je werk wegvallen?
  35. Had je wel eens dagen dat je met tegenzin naar je werk ging? Zo ja, hoe kwam dat, denk je? Deed je daar iets aan?
  36. Zijn er speciale momenten aan te wijzen wanneer je onzeker van jezelf bent?
  37. Vind je deze vacante functie een uitdaging? Waarom?
  38. Ambieer je uiteindelijk een topfunctie? Zo ja, welke en waarom? Zo nee, waarom niet?
  39. Hoelang zou je bij ons willen blijven?
  40. Wat zoek je eigenlijk bij ons?
  41. Je maakt mij niet wijs dat je enkel en alleen maar warm loopt voor deze vacature in onze organisatie! Zou je bij een andere organisatie op zo’n zelfde vacature solliciteren?
  42. Je doet alsof er in de wereld niets anders voor je bestaat dan deze functie waarvoor je nu solliciteert! Vind je dat niet wat irreëel?
  43. Vind je dat bij deze functie en bedrijfsauto hoort? Zo ja, wat voor merk?
  44. Stel dat je voor deze functie geen kans maakt, zijn er dan eventueel andere functies in onze organisatie die u zou ambiëren?
  45. Stel je wordt afgewezen voor deze functie, hoe teleurgesteld zou je dan zijn?
  46. Hoelang ambieer je al zo’n functie als deze? Is dat je leven lang al zo geweest of is dat iets van de laatste jaren?
  47. Wat vind je dat persé hoort bij het goed vervullen van deze functie? 
  48. Heb je al veel sollicitaties achter de rug? En hoeveel sollicitaties heb je nu eigenlijk lopen?
  49. Solliciteer je ook bij branchegenoten (concurrenten) naar eenzelfde soort functie?
  50. Noe drie facetten, in volgorde van belangrijkheid, waaraan je ideale baan zou moeten voldoen. Waarom?
  51. Noem drie facetten, in volgorde van mate van afkeer, die je beslist niet in een baan zou willen aantreffen? Waarom?
  52. In welke branches zou je eigenlijk het liefst werken? Noem er drie, in volgorde van ambitie. Waarom?
  53. In welke branches zou je beslist niet willen werken? Noem er drie, in volgorde van afkeer. Waarom?
  54. Je zegt dat je bent (was) uitgekeken op je huidige (laatste) baan. Kun je mij vertellen wáár je dan eigenlijk op bent uitgekeken?
  55. Wil je carrière maken? Zo ja, hoe snel wat jou betreft?
  56. Welke maatschappelijke nevenfuncties zou je nooit en te nimmer ambiëren?
  57. Je zegt dat je een hands-on instelling hebt. Wat moet ik mij daar bij voorstellen?

4.   CAPACITEITEN, VAARDIGHEDEN, BEKWAAMHEDEN

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over welke bagage heb je allemaal verworven naast je studie en opleidingen. Hier kan het ook gaan om karaktereigenschappen. En ken je jezelf?
Een werkgever wil vaak graag weten of je open staat voor nieuwe ontwikkelingen of je leergierig bent en/of je kennis en vaardigheden je snel eigen maakt.

Advies voor beantwoording

Blijf geloofwaardig in je antwoorden. Beetje opscheppen mag, maar je bent geen alleskunner. Zorg dat je je sterke kanten goed kan onderbouwen met praktijkvoorbeelden.
Ook je negatieve punten moet je delen, echter verwoord ze zo dat ze positief ingezet kunnen worden.
Wees duidelijk in het antwoorden. Ben ook zo eerlijk mogelijk en ga niet zeggen dat je echt alle vakken leuk vond. Vaak heeft een werkgever (of gesprekspartner) een andere opleiding gedaan, dus ben alert op vakjargon en ga elkaar niet overtroeven met vakkennis.

CAPACITEITEN, VAARDIGHEDEN, BEKWAAMHEDEN vragen die gesteld kunnen worden

  1. Als je van jezelf een profielschets zou moeten maken, welke zou dat dan zijn?
  2. Wat zijn je sterke kanten? En onderbouw ze?
  3. Wat zijn je zwakke kanten? En onderbouw ze?
  4. Je hebt voornamelijk in een andere branche gewerkt. Denk je iets van onze branche af te weten?
  5. Wat kan je méér dan iemand die ouder (of jonger) is dan jij, en dezelfde kwalificaties heeft?
  6. Ik denk dat je te zwaar (of te licht) bent voor deze functie. Wat denk je daar zelf van?
  7. Hoe goed zijn je talen? Welke taal is het beste? Welke de minst goede?
  8. In deze functie moet je veel ‘onderzoek’ doen. Kan je dat? Hoe ga je hierin te werk?
  9. Heb je tijdens je loopbaan cursussen gedaan? Zo ja, welke? Was dat op initiatief van de werkgever of van jou?
  10. Hoe houd je jezelf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de branche?
  11. Heb je vertrouwen in eigen kunnen?
  12. Hoe verwacht je dat je ingewerkt zou moeten worden?
  13. Lees je vakliteratuur? Zo ja, welke vind je de belangrijkste?
  14. Heb je veel van andere mensen geleerd? Zo ja, wat voor soort mensen waren dat vooral?
  15. Wat zijn/waren je verantwoordelijkheden in je huidige/vroegere banen?
  16. Aan hoeveel mensen geef/gaf je direct leiding? Aan hoeveel indirect?
  17. Waar kun je je gemakkelijker in uitdrukken: in woord of in geschrift?
  18. Kun je gemakkelijk met mensen omgaan? Licht dat eens toe?
  19. Ben je iemand die graag dingen uitzoekt? Waarom (niet)?
  20. Als ik je huidige (vroegere) baas zou spreken. Hoe zou die baas jou beschrijven?
  21. Als ik je huidige (vroegere) collega’s zou spreken. Hoe zouden zij jou beschrijven?
  22. Werk je met cijfers of met woorden? Of andersom? Waarom?
  23. Ben je creatief? Waaruit blijkt dat?
  24. Heb je vroeger bepaalde minder goede eigenschappen gehad die je hebt afgeleerd?
  25. Wat zou je niet lang kunnen volhouden?
  26. Ben je veeleisend voor jezelf?
  27. Ben je secuur? Zo ja, waar blijkt dat bijvoorbeeld uit?
  28. Hoe flexibel ben je? Kun je dat toelichten?
  29. Ben je hulpvaardig? Zo ja, geef daar eens een voorbeeld van. 
  30. Zijn er zaken waar je bewust van afblijft? Zo ja, welke en waarom?
  31. Ben je ordelijk? In welk opzicht?
  32. Heb je een analytisch vermogen? Kun je dat toelichten?
  33. Hoe snel en duidelijk kun jij je mondeling uitdrukken?
  34. In welke situaties raak je snel moe?
  35. Noem drie zaken, in aflopende volgorde, waar je het meest vaardig in bent. 
  36. Ben je zelfbewust? Waarom denk je?
  37. Heb je een groot incasseringsvermogen? Hoe ver reikt dat?
  38. Hoe weet je andere mensen te enthousiasmeren?
  39. Vinden anderen je in het algemeen een extravert of een introvert persoon?
  40. Ik zie nogal wat ‘witte vlekken’ in je curriculum vitae. Kun je mij deze verklaren?
  41. Heb je wel eens een psychologische test ondergaan? Zo ja, wanneer en in welk verband? Wat vond je daarvan?
  42. Heb je in het afgelopen jaar iets nieuws geleerd? Zo ja, wat?

 

5.  HOUDING, STIJL VAN WERKEN, TEMPO 

Waarom dit soort vragen?

Vragen In dit onderdeel zijn van wezenlijk belang in het sollicitatiegesprek. Hier zal het vaak om gaan of de ‘klik’ er is en of je ‘in het team past’. Redelijk subjectief allenmaal.
De werkgever kent zijn eigen sfeer, stijl en cultuur van het bedrijf en onderzoekt of jouw houding, aanpak en inzet e.d. daar bij past.

Advies voor beantwoording

Blijf bij jezelf. Praat de ander niet naar de mond en cijfer jezelf ook niet weg; ze zoeken een persoonlijkheid.
Je krijgt door middel van open vragen de kans om jezelf te laten zien en je persoonlijk te presenteren in wie jij bent.
De werkgever kijkt wat voor vlees hij in de kuip heeft. Daarbij komt dat HOE je iets zegt, net zo belangrijk is dan WAT je zegt.

HOUDING, STIJL VAN WERKEN, TEMPO vragen die gesteld kunnen worden

  1. Kan je tegen kritiek? Hoe ga je daar mee om?
  2. Hoe zou je je stijl van werken kunnen omschrijven?
  3. Hoe sta je tegenover lang reizen op verzoek van de werkgever? Kan je daar tegen?
  4. Ben je stressbestendig? Kan je werken onder druk? Waar blijkt dat uit? 
  5. Wat verwacht je van collega’s op het werk?
  6. Werk je het liefst alleen, of juist met anderen?
  7. Kan je tien dingen tegelijk doen? Of houd je je liever met één onderwerp bezig?
  8. Als je vindt dat iemand zijn werk niet goed doet, hoe pak je dat dan aan? Durf je er wel iets van te zeggen?
  9. Wat versta je eigenlijk onder ‘verantwoordelijkheid’?
  10. Je hebt veel (zware) nevenfuncties in je vrije tijd. Hoe kan je dat combineren met een baan overdag?
  11. Vakanties worden hier genomen juist buiten de normale vakantieperioden. Heb je daar problemen mee?
  12. Wat verwacht je van een goede werkgever?
  13. Wat verwacht je van collega’s?
  14. Wat vind je van je huidige (vroegere) baas?
  15. Hoe lang ben je van plan bij ons te blijven?
  16. Hoe kun je andere mensen overtuigen van je standpunt? 
  17. Heb je wel eens een grote blunder gemaakt? Zo ja, hoe ging je daarmee om?
  18. Kun je je snel aanpassen aan gewijzigde situaties? Ook aan situaties die je zelf niet in de hand hebt?
  19. Vind je uiterlijk belangrijk? Waarom (niet)?
  20. Leid je wel eens vergaderingen? Hoe is dan jou stijl?
  21. Hoe is jou stijl als je slechts deelnemer aan een vergadering bent?
  22. Hoe vasthoudend ben je? En wanneer geef je de moed gauw op?
  23. Ben je een voorstander van het geven van cursussen aan medewerkers? Welke soort cursussen vind je nuttig? Welke niet? Waarom?
  24. Neem je vaak werk mee naar huis? Waarom (niet)?
  25. Hecht je veel waarde aan mondelinge afspraken? Waarom (niet)?
  26. Heb je wel eens op een gemaakte afspraak moeten terugkomen? Zo ja, hoe ging je dan te werk?
  27. Gebruik je wel eens leugentjes-om-bestwil? Wanneer vind je dat men zich hiervan kan bedienen?
  28. Op welk gebied valt er met jou niet te spotten? Waarom niet?
  29. Wat doe je in je werk in de regel zelf, en wat laat je aan anderen over?
  30. Kun je goed delegeren?
  31. Hoe is je ervaring met samenwerking met andere afdelingen?
  32. Met wat voor soort mensen werk je graag samen? En met wat voor soort mensen heb je moeite om samen te werken?
  33. Wat bewonder je in het algemeen in je meerderen?
  34. Heb je wel eens overhoop gelegen met je baas? Hoe kwam dat? En hoe loste zich dat op?
  35. Met wie van alle bazen die je ooit hebt gehad kon je het slechtst uit de voeten? Waarom?
  36. Als mensen bij je solliciteren, waar zou je dan vooral op letten?
  37. Waar hoop je in een nieuwe baan persé niet mee te maken te krijgen?
  38. Vind je het belangrijk wat mensen van je zeggen? Waarom (niet)?
  39. In hoeverre laat je je leiden door het advies van anderen?
  40. Wat doe je als je merkt dat er over je wordt geroddeld?
  41. Wat doe je als je hoort dat men over anderen roddelt?
  42. Stel dat je je ‘s ochtends verslapen hebt en je komt daardoor te laat op het werk, zou je iets zeggen tegen je collega’s? Zo ja, wat?
  43. Wat doe je als je te maken hebt met luie mensen?
  44. Wat doe je met iemand die altijd slecht gehumeurd is?
  45. Kun je er tegen vaak gestoord te worden in je werk? Waarom (niet)?
  46. Kun je goed tegen je verlies? Hoezo?
  47. Wat moet er gebeuren om je echt kwaad te maken?
  48. Hoeveel hulp verwacht je van collega’s?
  49. Hoe loyaal ben je? Beschrijf eens een situatie waarin je je loyaliteit toonde?
  50. Wat doe je als je ziet dat iemand iets verkeerd dreigt te doen?
  51. Wanneer is iemand – volgens jou opvatting – tijdens het werk correct gekleed?
  52. Hoe besteed je meestal je lunchpauze? Waarom?
  53. Hoe laat je na afloop van de dag meestal je bureau achter?
  54. Als je ‘s morgens bij je bureau of werkplek komt, wat doe je dan meestal het eerst?
  55. Waar vind je dat je met collega’s nooit over moet praten? Waarom niet?
  56. Neem je graag initiatieven of laat je die liever aan anderen over? Hoezo?
  57. Met welke mensen heb je medelijden? Waarom? 
  58. Voor welke mensen kun je geen respect opbrengen? Waarom?
  59. Welke mensen kunnen je irriteren? Waarom? 
  60. Welke mensen boeien je het meest? Waarom?
  61. Waar ben je fanatiek in?
  62. Wat doe je met zeurende mensen? 
  63. Wat doe je met die mensen, die je van je werk houden met onbenulligheden en futiliteiten?
  64. Wat doe je liever: praten met andere mensen of lezen wat andere mensen te zeggen hebben? 
  65. Hoe vind je het om hier te solliciteren? Vind je het moeilijk of niet? Waarom?
  66. Zijn er mensen aan wie je een hekel hebt? Zo ja, wie en waarom?
  67. Zijn er mensen die aan jou een hekel hebben? Zo ja, wie en waarom?
  68. Indien je bezuinigingen moet uitvoeren, met welke soort bezuinigingen begin je allereerst?
  69. Wat is volgens jou een lastige klant? Wat doe je daarmee?
  70. Ben je een voorstander van georganiseerde vrijetijdsactiviteiten met collega’s? Waarom?
  71. Vind je het belangrijk emoties te delen met anderen? Waarom?
  72. Wanneer vind je mensen interessant en welke absoluut niet?
  73. Ben je onmisbaar? Waarom?
  74. Maak je gauw vrienden op je werk? Zo ja, hoe?
  75. Vertel je ook aan iedereen dat je weg wilt uit je baan? Zo ja, wat zeg je dan?
  76. Een familiebedrijf heeft zo haar eigen cultuur. Kun je daarin gemakkelijk aarden?
  77. Met wat voor soort mensen omring je je liever: met pragmatici of theoretici? Waarom?
  78. Je zegt dat je een motivator bent. Stel dat ik voor jou zou werken, hoe motiveer je mij dan?
  79. Je noemt jezelf tactvol. Stel dat ik voor je zou werken en ik bega een blunder. Wat krijg ik dan van je te horen? 
  80. Help je graag andere mensen. Zo ja, wanneer?
  81. Wat vind je van mensen die willen blijven doorwerken tot hun 70e jaar?
  82. Wanneer moeten – volgens jou – in een organisatie de ouderen plaats maken voor jongeren?

 

6.  PRESTATIES

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over of je in staat bent te presteren. Je hebt de juiste opleiding, gezonde ambitie, de nodige ervaring en dan komt de vraag: ben je er werkelijk toe in staat. Hoe staat het met successen die je hebt geboekt?
De werkgever wil natuurlijk dat met praktijkvoorbeelden een en ander onderbouwd wordt.

Advies voor beantwoording

Ben praktisch in je antwoorden. Geef voorbeelden uit het verleden. Het gaat om resultaten waar je trots op bent of waar je voldoening uithaalt. Dit kunnen werk, opleiding en ook privé situaties zijn.

PRESTATIES vragen die gesteld kunnen worden

  1. Als je zo succesvol bent als je beweert, waarom heb je dan nog geen baan?
  2. Welke wezenlijke bijdrage zou je aan onze organisatie kunnen geven?
  3. Welke wezenlijke bijdrage heb je in je vorige werkkringen of activiteiten kunnen geven?
  4. Ben je wel eens beoordeeld? Wat kwam daaruit?
  5. Wat was de grootste voldoening die je op zakelijk gebied of in een andere activiteit hebt meegemaakt?
  6. Noem eens een situatie waarin je veel risico hebt genomen?
  7. Waar ben je echt succesvol in geweest? Wat is de meest recente prestatie?
  8. Heb je wel eens iets over je vak gepubliceerd? Zo ja, wanneer en waarin?
  9. Hoe heb je er toe bijgedragen om de omzet (of productie of winst) te verhogen?
  10. Als ik referenties na trek, wat zouden ze dan zeggen over je ?
  11. Hoe heb je ertoe bijgedragen de kosten in de organisatie te verlagen?
  12. Hoe heb je ertoe bijgedragen de winst te vergroten?
  13. Wat versta je onder succes?
  14. Heb je wel eens iets geheel uit het niets opgezet? Geef er eens een voorbeeld van?
  15. Wat waren voor jou tijdens de laatste paar jaren de grootste uitdagingen?
  16. Waar ben je ooit het meest trots op geweest?
  17. Op welk terrein behaal je de beste resultaten? 
  18. Noem eens een voorbeeld van een situatie waarin je je gevoel voor leiderschap kon neerzetten?
  19. Noem eens een voorbeeld van een situatie waarin je je doorzettingsvermogen kon tonen?
  20. Noem eens een voorbeeld van een situatie waarin je je flexibiliteit tentoonspreidde? 
  21. Noem eens een voorbeeld van een situatie waarin je commercieel gevoel tot en wezenlijk succes leidde? 
  22. Noem eens een voorbeeld van een situatie waarin je geduld succesvol op de proef werd gesteld? 
  23. Hoe kun je aantonen dat je kwaliteitsbewust bent?
  24. Hoe zorg je ervoor dat je genoeg energie hebt om te presteren?
  25. Hoeveel ruimte moet men je geven om je maximaal te laten presteren?
  26. In welke situaties kun je echt helemaal niets tot stand brengen?
  27. Welke grote bekende prestatie in de wereld heeft de meeste indruk op je gemaakt?
  28. Welke grote prestatie ben je van plan ooit nog eens te ondernemen?
  29. Heb je wel eens een originele oplossing voor een complex probleem aangedragen? Zo ja, geef daar eens een voorbeeld van? 

 

7.   PRIVE, HOBBY’S, VRIJE TIJD

 Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over je privé situatie en dan met name van nu. Vaak vinden sollicitanten dit niet zo belangrijk. Een werkgever echter wel. Deze is op zoek naar een ‘mens’ en zoekt niet alleen een medewerker. Met name hobby en vrijetijdsactiviteiten geven een indruk over inzet, persoonlijkheid en dienstbaarheid aan de samenleving. Iets wat werkgevers zeker waarderen.

Advies voor beantwoording

Kijk of je in je hobby en vrijetijd aspecten kunt vinden die passend zijn bij je functie. Vermijd overdaad en ben wel selectief.
Sportactiviteiten zijn altijd goed om te noemen (mits ze te riskant zijn). Ook nevenactiviteiten op bestuurlijk gebied.
 

PRIVE, HOBBY’S, VRIJE TIJD vragen die gesteld kunnen worden

  1. Hoe is je gezinssamenstelling?
  2. Heb je kinderen? Zo ja, hoe oud?
  3. Indien je kinderen hebt, vind je dat je genoeg tijd voor je kinderen hebt? Hoe ga je met je kinderen om?
  4. Wat doe je in je vrije tijd?
  5. Ga je vaak op vakantie? En waarheen en waarom daar?
  6. Ben je een ochtendmens of een avondmens?
  7. Welke kranten / tijdschriften / boeken lees je?
  8. Welk boek heb je voor het laatst gelezen? Waarom boeit dit boek je?
  9. Welke film heb je voor het laatst gezien? Wat boeide je in die film?
  10. Hoe woon je? Is het een huurhuis of eigen woning?
  11. Ben je lid van verenigingen? Zo ja, welke?
  12. Lees je veel? Zo ja, wat? Zo nee, waarom niet?
  13. Wat doen (deden) je ouders?
  14. In welke type auto rijd je? Waarom?
  15. Hoe zou je je eigen persoonlijkheid willen beschrijven?
  16. Heb je veel vrienden? Of zijn het kennissen? Wat is voor jou het verschil?
  17. Neem je gemakkelijk iets van mensen aan?
  18. Vind je humor belangrijk? En hoe ga je hier mee om?
  19. Heb je bezwaar tegen psychologische tests of een assessment? 
  20. Hoe houd je jezelf fit?
  21. Wat is je favoriete hobby? Doe je die alleen, of samen met anderen? Waarom?
  22. Kun je onregelmatig werken rijmen met de gevoelens van het thuisfront?
  23. Welke liefhebberijen uit je jeugd heb je verder ontwikkeld?
  24. Vind je dat je voldoende tijd hebt voor de uitoefening van al je huidige liefhebberijen?
  25. Over welke onderwerpen praat je graag met je vrienden?
  26. Je woont in … Vind je het daar gezellig wonen? Waarom?
  27. Ben je lid (geweest) van een actiecomité? Zo ja, welk comité?
  28. Heb je wel eens in een demonstratie meegelopen? Zo ja, welke en waarom?
  29. Ben je in huis een handige doe-het-zelver? Zo ja, wat gaat je gemakkelijk af?
  30. Kijk je vaak televisie? Voor welk televisieprogramma blijf je beslist thuis?
  31. Welk boek vind je het allerbeste dat je ooit hebt gelezen? Waarom?
  32. Welke film is de beste film die je ooit hebt gezien? Waarom? 
  33. In welke situaties voel je je wel eens machteloos?
  34. Ben je wel eens lang op reis geweest? Zo ja, wanneer en waarom?
  35. Hoeveel uur per week besteed je gemiddeld aan sport?
  36. Beoefen je teamsport of liever individuele sport? Waarom?
  37. Welke is je favoriete sport? Waarom?
  38. Heb je het zelf ooit ver gebracht in de sport? Zo ja, waarin, waar en wanneer?
  39. Heb je huisdieren? Zo ja, welke en waarom? Zo nee, waarom niet. 
  40. Moet je wel eens verstek laten gaan wegens onverwachte verplichtingen thuis?
  41. Wat vind je het belangrijkste thuis?
  42. Indien wij je buren zouden raadplegen, hoe zouden zij jou beschrijven?
  43. Beschrijf eens een gemiddelde vrije dag bij je thuis?
  44. Ben je op ‘t ogenblik werkloos? Zo ja, hoe lang al? Hoe breng je in het algemeen je dag door?
  45. Welke periode in je leven vond je de prettigste en welke het minst? Waarom?
  46. Zijn er voorvallen geweest in je leven waar je met veel genoegen aan terugdenkt? Zo ja, welke?
  47. Zijn er voorvallen in je leven waar je minder graag aan terugdenkt? Zo ja, welke?
  48. Hoeveel waarde hecht je aan vrije tijd?
  49. Wat was het allerbeste advies dat iemand je ooit gaf. Licht dat eens toe? 
  50. Wat was de grootste teleurstelling die je ooit in je leven hebt meegemaakt?

 

8.   SALARIS

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over salaris en wat je waard bent. Vaak zijn functies aan salarisschalen gekoppeld en is er niet zo veel onderhandelingsruimte.
Een werkgever wil vaak graag weten wat je laatst verdiende loon is. Tevens wil deze je ‘op waarde schatten’ en ook kijken hoe je denkt over geld.

Advies voor beantwoording

 Meestal komen gesprekken over salaris in de 2e gespreksronde aan de orde. Maar wees voorbereid en ken je eigen salaris en weet wat je (ongeveer) zelf waard bent.
Stel zeker in het eerste gesprek zelf niet de vraag over wat je kan of gaat verdienen. Je kan de indruk wekken dat geld belangrijker is dan de functie.

SALARIS vragen die gesteld kunnen worden

  1. Welk salaris heb je in gedachte voor deze functie?
  2. Hoe belangrijk is geld voor je?
  3. Op welk niveau ligt (lag) je salaris tot dusver?
  4. Welk salaris verdien je nu? En wat wil je gaan verdienen?
  5. Gezien je leeftijd, zal je wel veel verdienen en dus te duur zijn voor ons. Daarom zoeken we een jonger iemand. Wat vind je daarvan?
  6. Voor deze functie ben je wat jong en onervaren. Daarom zal je het in salaris met minder moeten stellen. Wat vind je daarvan?
  7. Hoeveel (salaris) ben je waard?
  8. Waarom verdien je niet meer gezien je leeftijd?
  9. Hoe werd het salaris bij het begin van je vorige werkgever vastgesteld? Heb je daarover onderhandeld?
  10. Zo te horen hebben ze je in de vorige baan goed beloond. Realiseer je je wel wat je allemaal opgeeft?
  11. Je bent over je salaris wel erg vaag! Kun je concreter zijn? 
  12. Heb je in het verleden forse salarisverhogingen gehad? Zo ja, wanneer en waarom?
  13. Waarom hebben ze je nooit eens een goede salarisverhoging gegeven?
  14. Als je morgen de jackpot van de Staatsloterij zou winnen, wat zou je dan gaan doen? Zou je ook ophouden met werken?
  15. Wanneer heeft – volgens jou – iemand recht (of geen recht) op een forse salarisverhoging?
  16. Heb je een bijbaan? Zo ja, welke is dat? Ben je van plan deze bijbaan en de bijverdiensten aan te houden? Wat vind je zelf?
  17. Ben je voor je levensonderhoud geheel en uitsluitend aangewezen op je salaris? 
  18. Wanneer acht je – in het algemeen – de tijd rijp om je baas een salarisverhoging te vragen? 
  19. Waarom zouden wij jou wel salarisverhoging geven en anderen niet?
  20. Je zegt dat je bij je huidige organisatie méér verdient dan wij jou kunnen bieden. Waarom blijf je daar dan niet gewoon werken?

9.   MAATSCHAPPELIJKE VRAGEN

Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel hebben de vragen betrekking op maatschappelijke verschijnselen en vraagstukken, die meestal recentelijk in de media spelen.
De werkgever wil je daarmee testen hoe je reageert. Uiteindelijk is de werkgever op zoek naar een professional die gevoel heeft voor diplomatie, die een mening kan beargumenteren en een visie heeft.

Advies voor beantwoording

 Ben wat diplomatiek in je antwoorden. Houd ook rekening bij welk bedrijf en wat voor functie je solliciteert als het gaat om je antwoorden.
Laat je geen spraakmakende antwoorden ontlokken. Beschrijf dan bijvoorbeeld de voor en tegens van een bepaald issue en laat je eigen mening in het midden.

MAATSCHAPPELIJKE  vragen die gesteld kunnen worden

  1. Je weet met welke problematiek wij in deze sector te kampen hebben. Hoe zou je deze problematiek met kracht te lijf gaan ?
  2. Welk nut zie je in vergaderen?
  3. Ben je actief in de politiek? Zo ja, hoe lang, in welke functie en bij welke partij?
  4. Fileproblemen zijn ergernissen. Hoe zou jij het fileprobleem in Nederland aanpakken?
  5. Wat vind je van het huidige kabinet?
  6. Wat vind je van het huidige milieubeleid?
  7. Stel dat je premier van Nederland bent, waar zou je dan het meest voor gaan wedijveren?
  8. Werk je om te leven of leef je om te werken?
  9. Wat vind je van het vluchtelingenbeleid?
  10. Wat zou je in de samenleving onmiddellijk willen veranderen?
  11. Wat moet – volgens jou –  morgen gelijk worden afgeschaft in ons land?
  12. Zou je politicus willen zijn? Waarom (niet)?
  13. Welke landen zou je per se niet willen bezoeken?
  14. In welk land vertoef je het liefst?

10.   ORGANISATIE

 Waarom dit soort vragen?

In dit onderdeel gaan de vragen over de organisatie en dus over het bedrijf. Dit kun je natuurlijk helemaal voorbereiden. Internet staat vol met de informatie over het bedrijf of instelling.
Als je tijdens je eigen onderzoek toch nog vragen hebt, dan kan jij die op het laatst van het sollicitatiegesprek stellen. Ook dat laat zien dat je voorbereid bent en laat je ook nog eens je motivatie en betrokkenheid zien.

Advies voor beantwoording

 Lees je goed in en bereid je dus voor.
Krijg je zelf niet de vraag “Heb je nog vragen?”, neem dan het initiatief om te zeggen dat je nog een paar vragen hebt.

ORGANISATIE vragen die gesteld kunnen worden

  1. Wat weet je over ons bedrijf?
  2. Welke tendensen zie je in onze bedrijfstak?
  3. Waarom wil je juist bij ons werken?
  4. Waarom ben je geïnteresseerd in deze vacature? En waarom juist bij ons?
  5. Wat is kort en zakelijk de reden dat je bij de vorige organisatie weg gaat (of bent)?
  6. Hoe denk je dat deze functie zich in de toekomst zal ontwikkelen?
  7. Heb je zelf nog vragen over ons bedrijf?

Wauwww, je hebt 365 sollicitatievragen doorgeworsteld. TOP.

Ik wens je super veel succes op je sollicitatiegesprek.
Nu gaat het vast lukken.

Zo niet, neem contact op en ik help je verder.

Heb je vragen?